Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En nu zegt de HEERE, Die Mij Zich van [moeders] buik af tot een Knecht geformeerd heeft, dat Ik [20]Jakob tot Hem wederbrengen zou; [21]maar Israel zal zich [22]niet verzamelen laten; [23]nochtans zal Ik verheerlijkt worden in de ogen des HEEREN, en Mijn God [24]zal Mijn Sterkte zijn. 20. Dat is, de Joden. 21. Anders, [en Israel, dat niet verzameld wordt, opdat Ik verheerlijkt worde in de ogen des Heeren, en dat mijn God mijne sterkte zou wezen. Israel dat niet verzameld wordt,] dat is, het verstrooide Israel. Zie Matth.23:37. 22. Zich tot mij bekerende; Matth.23:37; Joh.1:11. Anders, Israel verzamelt zich niet. Anders, en Israel zal tot hem vergaderd worden. 23. De zin is: Onaangezien de onboetvaardigheid van het grootste deel van het volk van Israel, zal mijn getrouwe arbeid en naarstigheid in de bediening van mijn predikambt bij mijn hemelsen Vader in waarde zijn en blijven. 24. Of, is mijne sterkte geworden; dat is, God troost mij door zijn Heiligen Geest tegen de ondankbaarheid der Joden. Vergelijk Matth.11:25,26; Joh.6:36,37, en Joh.10:26,27.
, [2004], David Kummerow, Re-examining the Referent(s) of Isaiah 49:1-13; This article argues that the links between, and terminology of, Isaiah 49:1-6 and 7-9b closely associate different referents: the Servant in the former and Israel in the latter. This close association of the two referents, which has led to the common understanding that only one referent, the Servant, is here on view, instead functions to reveal that restored Israel becomes involved in the Servant's mission. God's goal of bringing blessing to the world is both through the work of the Servant and restored Israel.